Op weg naar het Zomerpark, ter hoogte van de Overschiese Kleiweg, zie ik een spandoek met daarop: ‘Moet er nog meer groen wijken? Is recht alleen voor rijken?’ Ik rij verder, passeer een kudde schapen, verbaas me over de hoeveelheid natuur, zo dicht bij Rotterdam.
Bij Volkstuinvereniging Zestienhoven stap ik even uit. Een vrouw vertelt dat een groot aantal huisjes weg moest omdat ze gaan bouwen. Dat veel mensen te oud of te arm zijn voor een nieuw huisje. ‘Zestig procent bomenkap, deels zonder vergunning, er loopt nu een rechtzaak.’
Verderop doemen tussen de weelderige hoge bomen lege zandvlakten op.
En daar is het Zomerpark, waar het onkruid - Gina zegt: pioniersplanten- welig tiert. Ze wijst op enorme braamstruiken, van de bramen maakte ze jam, op mossels die zomaar op het paadje liggen. ‘Mooi wandelpad,’ zeg ik.
‘Dat verdwijnt ook,’ zegt Gina.
Voor ik de denkhut inga, geeft ze me een informatiefolder over Park Zestienhoven, van de gemeente Rotterdam. Gina zegt: ‘Het is hier soms net een sociaal project, met al die mensen die ik te woord sta. Ik heb de gemeente gevraagd iets op papier te zetten.’
Ik sluit de deur van de hut, wilgen ruisen, vogels fluiten, herinneringen aan vroeger komen op, toen de polder bij Rhoon waar ik woonde nog leeg was, de spruiten er nog niet voor de sier stonden. Werken lukt niet, ik moet eerst meer weten, ik lees de folder.
Het bestemmingsplan is bekrachtigd, dat is het eerste wat de gemeente en de projectontwikkelaars kwijt willen. Er staat dus: het heeft geen zin dat u nog gaat protesteren. Vervolgens leggen ze uit dat het park in de jaren zeventig is aangelegd (dus denkt u vooral niet dat het er al jaren is, er is geen sprake van oude rechten). Het dient een flinke opknapbeurt te krijgen, is slecht onderhouden (en dat gaan wij nu allemaal voor u doen, goed van ons hè). Verder is er al jaren sprake van de komst van een woonwijk (dus zegt u nou niet dat die plannen nogal onverwacht kwamen of dat ze er wel heel ruw doorheen gedrukt werden). Ook de hoge grondwaterstand is een groot probleem (ook dat lossen wij voor u op!). Nergens wordt de aanpak in getallen uitgedrukt, hoeveel vierkante meter groen en recreatieruimte verdwijnen en/of verplaatst worden, hoeveel bomen er moeten sneuvelen, het blijft in het ongewisse.
Vervolgens spreekt men in opgewekte termen als doorzichten creëren, sociale veiligheid, landsschapsstijl, verrassende doorkijkjes. Er komen bomen die passen bij het karakter van de buurt, en 800 Hollandse lindes bovenop de HSL tunnel, elk geplant door een schoolkind. (ja daar kun je werkelijk niets op tegen hebben een schoolkind die een kuil graaft voor een Hollandse linde).
Niet zomaar een stukkie groen, nee een buitenplaats dat wordt het, compleet met binnenhoven en villalanen. Voor wie nu nog treurig is citeer ik de laatste zin: Daar waar mogelijk worden bestaande bomen in de plannen opgenomen.
Even denk ik aan al die mensen van wie hun volkstuin geruimd is, die hier elke dag hun hond uitlieten, die verderop in een flatje in Overschie wonen, hier een balletje trapten, of een erotische ontmoeting hadden…
Dan zet ik me aan mijn werk, schrijven, ben ik weer de kunstenaar die zich terugtrekt in zijn hut. Op hoop van betekenis. Luister naar de bomen die zich leeg waaien voor ze vallen.
Op de terugweg kom ik langs een rijtje fantasieloze huizen voor jonge rijken. Iedereen heeft witte gordijnen, fris aangeplante tuintjes, een slootje achter. Net echte dakpannen. Er staat een garage open. Al het gereedschap hangt netjes gesorteerd.